De overgang van groep 8 naar de brugklas is een klein avontuur. Voor je kind, omdat er een compleet nieuwe wereld opengaat. Maar stiekem ook voor jou. Je regelt een laptop, koopt een rugzak, zoekt de juiste etui, en ergens tussendoor hoop je dat je kind snel zijn weg vindt tussen roosters, docenten en kluisjes die nooit in één keer opengaan. Maar onder al die zichtbare veranderingen zit een thema dat vaak pas later aan bod komt, terwijl het eigenlijk vanaf dag één meespeelt: geld.
In de brugklas beweegt alles sneller. Kinderen krijgen meer vrijheid, meer verleiding, meer sociale prikkels en vooral meer momenten waarop ze kleine keuzes maken die ineens geld kosten. Dat eerste frikandelbroodje in de pauze dat ineens „iedereen koopt.” Dat spontane plan om mee te gaan naar de film. Die telefoon die precies op het verkeerde moment uit een zak glipt. Het zijn geen grote drama’s, maar het zijn wel situaties waar jij je kind enorm bij kunt helpen. Als je weet wat er speelt.
Daarom neem ik je mee langs acht geldlessen.
De kantine: de frikandelbroodjes
De kantine is vaak het eerste moment waarop een brugklasser voelt: hé, ik mag dit zelf doen. In groep 8 gaat alles nog in overleg, maar in de brugklas lopen ze tussen oudere leerlingen door, met hun eigen pinpas in hun hand, en ineens voelt dat ene broodje als een soort toegangsbewijs tot „erbij horen.” En dat is zo begrijpelijk. De geur van warme snacks, de rij met klasgenoten die lachen en elkaar aantikken… het is allemaal spannend en nieuw. Een broodtrommel met brood is daar niet altijd tegenop gewassen. Niet omdat ze verwend zijn, maar omdat ze 11 of 12 zijn en hun wereld net is opgeblazen tot iets groters.
Daarom helpt het enorm om vóór de eerste schoolweek te praten over hoe het werkt in de kantine. Niet als streng gesprek, maar gewoon als nieuwsgierig samen ontdekken. Wat wil je kind daar graag kopen? Hoe vaak? Wat vindt jij daarvan? Zorg dat ze weten dat fouten maken mag. Het gaat niet om perfect gedrag, maar om bewustwording, zodat ze niet overvallen worden door alle verleidingen.
Pinnen is voor kinderen een makkie
Veel ouders vinden een eigen pinpas spannender dan kinderen zelf, terwijl het in de praktijk vaak juist rust geeft. Kinderen geven contant geld veel makkelijker uit dan digitaal geld en met de limieten en instellingen die banken bieden, houd je meer overzicht dan ooit. De wereld wordt steeds cashless, dus leren omgaan met digitaal geld is niet alleen handig, maar eigenlijk gewoon nodig.
Wil je hier dieper op ingaan? Ik heb er een apart artikel over geschreven.
Twee rekeningen zorgen voor rust
Op de basisschool hebben kinderen vaak nog geen duidelijk idee van sparen en uitgeven. In de brugklas verandert dat meteen. Er zijn opeens verlanglijstjes, feestjes, snacks, uitjes, gymspullen en dingen die „iedereen” ineens heeft. Je hoort dan zinnen als: „Maar mam, ik ben de enige die dit nog niet heeft.” Dat is normaal. Het is die fase waarin ze zichzelf opnieuw aan het uitvinden zijn.
Een betaalrekening en een spaarrekening maken hun wereld overzichtelijker. Op de betaalrekening staat het geld dat ze kunnen gebruiken voor tussendoortjes en kleinigheden. De spaarrekening is voor grotere aankopen of wensen die tijd nodig hebben. En omdat overboeken binnen een seconde gebeurt, ervaren kinderen de vrijheid om te kiezen zonder dat al het geld in één grote pot zit. Het geeft structuur. En misschien nog belangrijker: het geeft rust in hun hoofd.
Nieuwe fase = nieuwe zakgeldafspraken
De afspraken die prima werkten in groep 7 zijn in de brugklas vaak niet meer passend. Je kind krijgt meer vrijheid, maar ook meer kosten. Dat vraagt om duidelijke en eerlijke afspraken. Wat betaalt je kind zelf? Wat betalen jullie? Hoe vaak krijgt je kind geld? Hoeveel past bij jullie gezin? Er bestaan algemene richtlijnen, maar de beste afspraken zijn degene die passen bij jullie waarden, jullie budget en jullie gezin.
Praat ook over de dingen waar kinderen niet meteen aan denken. Een nieuwe deodorant als de oude op is. Oortjes die kwijt zijn. Gymspullen die ineens verdwenen lijken te zijn in een parallel universum. Deze kleine dingen zorgen vaak voor verwarring als je er nooit eerder over hebt gepraat. Met een goed gesprek haal je daar de druk vanaf.
Download hier een gratis zakgeldcontract.
De mobiel: hun beste vriend, maar ook hun duurste gewoontje
Toen je kind nog in groep 8 zat, leek de mobiele telefoon al belangrijk. Maar in de brugklas stijgt de status van dat apparaatje naar een nieuw niveau. Het is hun sociale leven, hun vrije tijd, hun agenda, hun geheugen en hun ontspanning. En door dat intensieve gebruik… valt de mobiel ook vaker. Soms op het schoolplein tijdens het lachen met vrienden. Soms tussen de spijlen van het fietsenrek. Soms gewoon uit een hoodiezak die niet zo hoodie-proof blijkt als gehoopt.
Het is geen vraag óf jullie te maken krijgen met kosten, maar wanneer. Daarom werkt het om vooraf duidelijke afspraken te maken. Niet over schermtijd maar over geld. Wie betaalt het abonnement? Wie betaalt de gebroken glasplaatjes en de reparaties? Wie krijgt het geld als de mobiel wordt verkocht? Heerlijk wanneer dit helder is.
De bank-app geeft overzicht (ook aan hun puberbrein)
Papieren afschriften bestaan bijna niet meer. De bankapp is daardoor het beste hulpmiddel dat je kind kan hebben.
Kinderen kijken vooral naar saldo en weten niet wat er nog meer op te zien is. Dus goed om hier regelmatig samen doorheen te scrollen. Ze zien wat er binnenkomt, wat eruit gaat, hoe het spaarpotje groeit, en hoe snel kleine bedragen optellen. Maar ook hoe je een betaalverzoek stuurt (en of deze is betaald), hoe je je pinpas tijdelijk kan blokkeren als je je pinpas kwijt bent of hoe je een nieuwe pincode aanvraagt.
Sociale druk kan duurder zijn dan je denkt
Het spannendste deel van de brugklas ligt niet in het rooster, de boeken of de docenten. Het zit in de sociale dynamiek. Jouw kind wil erbij horen. Niet opvallen. Niet „nee” zeggen. Niet degene zijn die zegt dat hij of zij geen geld heeft. Die druk kan er al zijn bij iets kleins, zoals een broodje halen in de pauze, of mee willen naar de film terwijl het geld eigenlijk op is.
Het helpt enorm als je hierover blijft praten. Niet door te oordelen, maar door nieuwsgierig te vragen. Hoe ging het vandaag? Wat vond je lastig? Wat zou je eigenlijk liever willen doen? Deze gesprekken zijn vaak kort maar krachtig. En zelfs als je kind wegkijkt of brommend antwoordt, onthoudt: ze horen je heus wel.
Kleine waarschuwingen voor grote problemen
De brugklas is ook het moment waarop kinderen in aanraking komen met onbekenden. Online én offline. Soms heel vriendelijk. Soms minder. Je hoeft geen zwaar gesprek te voeren. Een paar korte waarschuwingen zijn al genoeg om een zaadje te planten.
Vertel dat je je pinpas nooit uitleent, dat je je ID niet online deelt, dat je nooit gegevens via app of mail stuurt en dat de bank-app niet geschikt is voor openbare wifi. Het zijn kleine reminders die later groot verschil kunnen maken.
Tot slot: ze horen je meer dan je denkt
Pubers lijken soms niet te luisteren. Ze lopen weg, zitten in hun mobiel, reageren half of zeggen „ja ja, ik weet het al wel.”
Maar ik beloof je: ze horen je wél. Ze horen je waarschuwingen. Ze horen je grapjes. Ze horen je verhalen. Ze horen je geldblunders. En ze nemen het mee. Juist in die kleine brugklasmomenten waarop ze ineens zelfstandig moeten kiezen, komt jouw stem terug.
Blijf dus praten. Blijf vragen. Blijf delen. Het hoeft niet perfect. Het hoeft niet lang. Het hoeft alleen maar echt te zijn.
Wil je alles overzichtelijk bij elkaar?
In mijn mini-gids Van basis naar brugklas (€9) vind je alles bij elkaar in één helder, warm en praktisch document dat je direct kunt gebruiken aan de keukentafel.
Download de mini-gids hier


